Openbare voorzieningen

Openbare voorzieningen (bijv. kinderdagverblijven, scholen of bejaarden- en verzorgingstehuizen) worden door de afdeling volksgezondheid gecontroleerd op infectiehygiëne en geadviseerd over hygiënevraagstukken.

Het toezicht wordt uitgevoerd op basis van artikel 33 van de Wet op de infectiebescherming, artikel 36 van de Wet op de infectiebescherming en artikel 6 van de Verordening betreffende de openbare gezondheidsdienst en de taken van de gezondheidsautoriteiten in districten en steden.

De volgende faciliteiten zijn onderworpen aan de controle op infectiehygiëne door de afdeling volksgezondheid:

• Gemeenschapsvoorzieningen zoals kinderdagverblijven, scholen en naschoolse opvang en andere onderwijsinstellingen
• Voorzieningen voor kinder- en jeugdzorg
• Kinderdagverblijven (kinderoppas)
• Kinderspeelplaatsen
• Openbaar toegankelijke sportfaciliteiten
• Zwembaden en badzones
• Rust- en verzorgingstehuizen
• Ambulante zorg
• Volledig en gedeeltelijk intramurale voorzieningen voor de verzorging en huisvesting van ouderen, gehandicapten of zorgafhankelijken
• reddingsdiensten
• Centra voor bloeddonatie
• Tattoo-ateliers
• Daklozenopvang
• Gedeelde accommodatie voor asielzoekers/vluchtelingen
• Onderdak (schoolherbergen, hotels), campings en tentenkampen
• Cosmetische pedicures

De faciliteiten worden met bepaalde tussenpozen routinematig geïnspecteerd.

Indien nodig (bijv. klachten, verhoogde incidentie van meldingsplichtige infectieziekten) vinden er echter ook onaangekondigde ad-hocinspecties plaats.

Tijdens deinspecties wordt het hygiëneregime van de instelling, inclusief het hygiëneplan voor de instelling en het reinigings- en desinfectieplan , beoordeeld. Als er tijdens de inspectie tekortkomingen worden vastgesteld, zal de afdeling volksgezondheid bepalen welke maatregelen nodig zijn om de tekortkomingen te verhelpen.

• Wet op de infectiebescherming (IfSG)
• Verordening betreffende de openbare gezondheidszorg en de taken van de gezondheidsautoriteiten in de districten en onafhankelijke steden van 8 augustus 1990 (GBI. I nr. 53 blz. 1068) in de versie van 2 oktober 1998.